- uitstrekken
- {{uitstrekken}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [zo ver mogelijk strekken] tendre⇒ étendre 〈ook figuurlijk〉♦voorbeelden:1 de hand uitstrekken • tendre la mainzijn macht verder uitstrekken • étendre son pouvoirzich op de grond uitstrekken • s'allonger par terrede armen naar iets uitstrekken • tendre les bras vers qc.II 〈wederkerend werkwoord; zich uitstrekken〉1 [de genoemde lengte, oppervlakte beslaan] s'étendre (sur) 〈ook figuurlijk〉♦voorbeelden:1 deze wouden strekken zich uit tot … • ces forêts s'étendent jusqu'à …
Deens-Russisch woordenboek. 2015.